Exploitatie

Exploitatieresultaat Kadernota

Bedragen x € 1.000 (-/- is nadelig)

2024

2025

2026

2027

2028

Saldo primaire Begroting 2024-2028 + aangenomen amendementen

1.954

3.642

-3.225

-5.508

-5.454

Effecten september circulaire

1.044

864

559

2.188

2.188

Saldo NJN

2.998

4.506

-2.666

-3.320

-3.266

Mutaties KN

-1.173

-1.546

-1.112

-900

-777

Saldo kadernota '25

1.824

2.960

-3.778

-4.219

-4.043

Naar aanleiding van de negatieve meerjarenbegroting, vanaf het 'ravijnjaar 2026', heeft het college een bestuursopdracht verstrekt voor "toekomstbestendige gemeentefinanciën". Vanuit financieel toezicht (verticaal vanuit de provincie) heeft elke gemeente de plicht een realistische én sluitende meerjarenbegroting te kunnen overleggen. Daarnaast is sprake van enkele grote (financiële) onzekerheden, zoals:

  • Herverdeeleffect gemeentefonds,

  • Oplopende kosten in het sociaal domein,

  • Aanvullende ombuigingen vanuit het Rijk.

Niet in (hoofdstuk) kadernota opgenomen voorstellen (ter overweging/ afweging Raad)

Er is een aantal onderwerpen waarover nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden, maar waarvoor de nodige voorbereidingen zijn getroffen met een substantiële en/ of structurele impact. Om de juiste afweging te kunnen maken worden deze onderwerpen hierna binnen deze Voorjaarsnota/ Kadernota uiteengezet. De gevolgen van deze onderwerpen zijn (nog) niet in de administratie verwerkt, en daarmee in de delen hiervóór nog niet in het beeld verwerkt.

Bedragen x € 1.000 (-/- is nadelig)

2024

2025

2026

2027

2028

Programma 3

Katwijkerlaan

-320

-320

-320

Kerkweg/ Veenweg

-42

-42

-42

Hofweg

-445

Programma 6

Sociaal Cultureel Centrum Pijnacker

-526

-526

-526

Programma 10

NIET herinvoeren hondenbelasting

-154

-154

-154

Subtotaal

-445

0

-1.042

-1.042

-1.042

Saldo

1.379

2.960

-4.820

-5.261

-5.085

Toelichting

Katwijkerlaan

Zoals bij de Kadernota, onder programma 3, vermeld: de beschoeiing en keerwanden langs de Katwijkerlaan zijn in een slechte technische staat. De gemeente gaat daarom de Katwijkerlaan tussen de Vlielandseweg en de S-bocht vernieuwen. De herinrichting bestaat uit verschillende deelprojecten. Bij een eerdere inventarisatie is gesproken over een maximale investeringslast van € 7 miljoen. De bijbehorenede kapitaallasten zijn hier gekwantificeerd/ opgenomen.

Kerkweg/ Veenweg

Het verkeersveiligheidsproject Kerkweg/Veenweg in Nootdorp is onderdeel van de Projectenagenda Verkeersveiligheid. In de daarvoor uitgevoerde verkeersveiligheidsenquête is de Kerkweg het meest genoemd als onveilig ervaren weg. De kosten worden vooralsnog geraamd op € 1,4 miljoen. De bijbehorende kapitaallasten zijn hier gekwantificeerd/ opgenomen.

Hofweg

In de begroting is voor de vergroening (Beleids- en beheerplan openbaar groen 2019-2022) en onderhoud van de weg (Beheerplan Wegen 2022-2023) budget gereserveerd om de Hofweg gedeeltelijk te reconstrueren. In het kader van de planvorming is na een participatietraject onderhavig definitief ontwerp ontstaan waarvoor meer financiële middelen benodigd zijn.

SCC Pijnacker

Het college heeft het besluit over het Sociaal Cultureel Centrum uitgesteld. Om een goede afweging te kunnen maken worden de nu bekende effecten opgenomen. Deze effecten beslaan een viertal delen, waarvan het explotatiedeel hier(boven) gepresenteerd:

  • Exploitatielasten,

  • Exploitatielasten ten laste van het restand van de Eneco-stelpost,

  • Een beslag op de algemene reserve,

  • Desinvestering van de boekwaarde van het bestaande gebouw ten laste van de algemene reserve.

Zoals de planning er nu uitziet, staat het besluit over de realisatie van het Sociaal Cultuur Centrum in september 2024 op de agenda van de gemeenteraad. De financiële gevolgen worden daarna meegenomen bij de behandeling van de begroting die in november 2024 besproken wordt in de gemeenteraad.

NIET herinvoeren hondenbelasting

Eerder heeft de raad besloten (tijdelijk) de hondenbelasting af te schaffen. Dit tijdelijke besluit loopt tot en met 2025. Wanneer de raad besluit de hondenbelating NIET her in te voeren leidt dit tot een daling van de baten in de begroting vanaf 2026.

Voorgestelde maatregelen

Gezien de huidige negatieve meerjarenraming en de hiervoor genoemde 'claims' op de exploitatiebegroting is een 'groslijst' samengesteld van mogelijke maatregelen die kunnen helpen bij/ leiden tot een sluitende meerjarenbegroting. Voor de uitwerking van mogelijke maatregelen is in eerste instantie gekeken naar 2027 als ijkjaar. Ten tijde van de bestuursopdracht het verste perspectief. Terug in de tijd is vervolgens bekeken wanneer maatregelen te effectueren zijn. Vanuit de groslijst stelt het college voor de volgende maatregelen door te voeren:

Bedragen x € 1.000 (-/- is nadelig)

2024

2025

2026

2027

2028

Omvang post

Inhaalindexering OZB (6% 2022-2024)

708

708

708

708

708

Ruimte in begroting handhaving en IVP

75

75

75

75

75

ICT kosten decentraal begroot, onderdeel van ICT beheerplan (dubbel begroot)

103

103

103

103

103

Ruimte in begroting cultuur(nota)

70

70

70

Ruimte in begroting lokaal onderwijs

38

38

38

Ruimte in begroting omgevingswet

130

130

130

130

233

Herijking provinciaal subsidiebeleid Dobbeplas

-75

-75

-75

-75

-75

Afbouwen enkele niet wettelijke subsidies

71

71

667

Dubbele taak: maaien en begrazen

38

38

38

75

Inperken leerlingenvervoer

25

50

50

1.000

Participatiebeleid inperken/ onderdeel maken van projectkosten

60

60

60

60

60

Herziening parkeermaatregelen centra

200

200

200

Voorbereidingsbudgetten transformatiegebieden

96

96

96

96

96

Citymarketing

43

43

43

43

78

Bijdrage regionale groen

25

25

25

55

Subtotaal

0

1.140

1.227

1.631

1.631

Saldo

1.379

4.100

-3.592

-3.631

-3.455

Toelichting

Inhaalindexatie OZB

De afgelopen drie jaar (2022-2024) is de OZB (in zijn totaliteit) minder geindexeerd dan de 'budgetneutrale indexatie'. In totaal, gecumuleerd, betreft dit ca. 6%. Door per 2025 deze inhaalindexering toe te passen is de OZB weer op het te verwachten niveau.

Toegepaste indexatie

Budgetneutrale indexatie

Verschil

Meerjarig effect1

2022

1,4%

2,1%

0,7%

0,7%

2023

1,3%

3,1%

1,8%

2,5%

2024

3,8%

7,0%

3,2%

6,0%

  1. Meerjarig effect wordt berekend op basis van 'indexatie op indexatie' en is (dus) geen optelsom van de verschillen per jaar.

Om een beeld te schetsen van de OZB-ruimte wordt in de volgende tabel (over het jaar 2023) een vergelijking gemaakt tussen de door de gemeente Pijnacker-Nootdorp gehanteerde OZB percentages en de rekenpercentages van de algemene uitkering:

Pijnacker-Nootdorp

Rekentarief algemene uitkering

Verschil %

OZB woningen

0,0727%

0,0857%

18%

OZB niet woningen - eigenaren

0,2348%

0,2796%

19%

OZB niet woningen - gebruik

0,1671%

0,2127%

27%

Het rekentarief van de algemene uitkering is een generiek percentage dat het Rijk gebruikt voor elke gemeente. Op basis van dit tarief wordt elke gemeente gekort op de algemene uitkering, voor het deel waarvan 'het Rijk vindt' dat de gemeente dit middels lokale belastingen zelf kan ophalen. Aan deze methodiek kleven diverse 'mitsen en maren', maar deze vergelijking geeft wel een beeld/ perspectief van waar de gemeente staat. In 2023 is ca. € 11,4 miljoen OZB opgelegd. 1% verschil betekent dus ca. € 114.000.

Ruimte in begroting

Op een aantal onderdelen is sprake van ruimte in de begroting. Dit betreft begrote kosten die (momenteel) niet worden besteed en/ of eenvoudig te reduceren zijn, zonder negatieve (bij)effecten. Dit betreft:

  • Handhaving en IVP (integraal veiligheidsplan),

  • ICT kosten,

  • Omgevingswet.

Naast bezuinigingsmogelijkheden zijn er ook een aantal exploitatieonderdelen (cultuur en LEA; lokaal educatieve agenda) waar we extra uitgaven verwachten. Een alternatieve mogelijkheid is om wel binnen het budget voor deze posten uit te komen door het herzien van het uitvoeren van beleid. Gelet op de urgentie en het belang van deze onderwerpen heeft het de voorkeur om het budget hiervoor aan te passen.

Herijking provinciaal subsidiebeleid Dobbeplas en Hondenbos

In tegenstelling tot de hier opgenomen besparingen is bij de inventarisatie geconstateerd dat herijking van het provinciaal subsidiebeleid leidt tot het verlagen van de subsidie ten behoeve van het beheer van het recreatiegebied bij de Dobbeplas en Hondenbos.

Afbouwen enkele niet- wettelijke subsidies

Het college heeft de niet- wettelijke subsidies beoordeeld en is tot de conclusie gekomen een tweetal subsidies te willen afbouwen, te weten aan de Papaver en de Stichting Urgente Noden. Van enkele andere subsidies moeten de neveneffecten en/ of mogelijkheden nog worden uitgezocht. Van enkele andere subsidies is beoordeeld dat het afbouwen/ afschaffen grotere negatieve effecten (kunnen) hebben.

Dubbele taak: maaien/ begrazen

Momenteel is er sprake van een dubbele taak: er zijn afspraken voor zowel maaien als begrazen voor hetzelfde gebied. De kosten hiervoor kunnen worden teruggebracht door hier gericht naar te kijken.

Inperken leerlingenvervoer

Door kritisch te kijken naar hoe het leerlingenvervoer momenteel wordt aangeboden stelt het college voor hier taakstellend een besparing van € 50.000,- op te nemen. Dit kan worden gerealiseerd door zowel de kosten- als opbrengstenkant tegen het licht te houden.

Participatiebeleid inperken/ onderdeel maken van projectkosten

Er is structureel budget begroot voor participatiebeleid. Voorgesteld wordt om kosten voor participatie onderdeel te maken van projectkosten en de participatie daarmee te integreren bij projecten waarbij participatie wordt voorgesteld.

Herziening parkeermaatregelen centra

De gemeente heeft in het verleden met derden overeenkomsten gesloten voor het parkeerbeleid. De kosten van deze voorziening lopen op waarbij dit niet meer in relatie is tot het beoogde doel. Onderzoek is noodzakelijk hoe we hier als gemeente een doorontwikkeling in kunnen maken.

Voorbereidingsbudgetten transformatiegebieden

Er zijn structurele voorbereidingsbudgetten voor transformatiegebieden begroot. Voorgesteld wordt hiervoor gericht, incidenteel, voor te budgetteren.

Citymarketing

Door citymarketing gericht in te zetten (te definiëren wat wordt gehandhaafd en wat niet, wat binnen andere bestaande activiteiten past) is dit budget terug te brengen naar € 35.000,-.

Bijdrage regionale groen

Met andere buurgemeenten werken we samen aan de ontwikkeling van regionaal groen. Aan twee regionale platforms voor regionaal groen leveren we jaarlijks een bijdrage: Landschapstafel Bijzonder Provinciaal Landschap Midden-Delfland (BPL), en Regiopark Buytenhout. Met een budget van € 30.000 kunnen we deze regionale samenwerking voldoende borgen.

Voorgestelde maatregelen, verder uit te werken bij de begroting

Enkele maatregelen van de groslijst is door het college aangemerkt om de impact te verkennen richting de begroting 2025. Van deze maatregelen is het financiële en/ of bijkomende effect nog niet voldoende in beeld.

Bedragen x € 1.000 (-/- is nadelig)

2024

2025

2026

2027

2028

Omvang post

Kosten ondernemers toerekenen aan OZB niet-woningen

310

310

310

310

Kosten toerekenen (o.a. BTW) aan riool- en afvalstoffenheffing

320

320

320

320

Kosten/ leges gehandicaptenparkeren

100

100

100

100

Subtotaal

0

0

730

730

730

Saldo

1.379

4.100

-2.862

-2.900

-2.724

Toelichting

Kosten ondernemers toerekenen aan OZB niet-woningen

Het college staat positief tegenover het principe van 'de gebruiker betaalt'. De effecten van het toerekenen van kosten van ondernemers aan OZB niet-woningen dienen echter nog verder worden uitgezocht. Het college stelt voor deze maatregel onder voorbehoud van deze effecten bij de begroting verder uit te werken.

Kosten toerekenen aan riool- en afvalstoffenheffing

Het college staat positief tegenover het principe van 'de gebruiker betaalt'. De exacte omvang en effecten van deze maatregel dient nog verder te worden onderzocht. Het college stelt voor deze maatregel bij de begroting verder uit te werken.

Kosten/ leges gehandicaptenparkeren

Het college staat positief tegenover het principe van 'de gebruiker betaalt'. Kosten voor gehandicaptenparkeren niet met leges belasten is een keuze geweest voor het faciliteren van met name minima. Het college hecht er waarde aan uit te zoeken hoe de(ze) doelgroep wordt bereikt/ gefaciliteerd alvorens dit in te voeren. Voorgesteld wordt deze maatregel bij de begroting verder uit te werken.

Samenvatting

Voorgaande uiteenzettingen leiden tot de volgende resultaten:

Bedragen x € 1.000 (-/- is nadelig)

2024

2025

2026

2027

2028

Saldo na VJN/ KN én claims

1.379

2.960

-4.820

-5.261

-5.085

Set met maatregelen fase 1a

0

1.140

1.227

1.631

1.631

Set met maatregelen fase 1b

0

0

730

730

730

Saldo

1.379

4.100

-2.862

-2.900

-2.724

Streefbedrag na dekkingsvoorstellen, in afwachting meicirculaire

> 0

3.000

-2.000

-2.000

-2.000

Verschil

-862

-900

-724

Het college stelt voor om, vooruitlopend op de begroting, maatregelen uit te werken tot een tekort in 2026/ 2027 van ca. € 2 miljoen. Op basis van bovenstaande tabel rest een verschil van ca. € 900.000. Bij de vaststelling van de kadernota komt het college, ter afronding van 'fase 1', nog met de onderstaande aanvullende maatregelen voor € 750.000 (eerder: fase 1c).

Het college stelt voor dit resterende bedrag op te halen vanuit de volgende twee onderwerpen:

  • “Ruimte onder het BCF-plafond”: in de huidige begroting wordt rekening gehouden met een bedrag van € 450.000. Vanaf 2021 bedroeg de werkelijke afrekening ca. € 700.000. Dit betekent een ruimte van ca. € 250.000. Volgens de regels van het provinciaal toezicht is het toegestaan de laatst bekende afrekening in de meerjarenbegroting op te nemen. De laatst bekende afrekening is van 2022: € 690.000, het laatst bekende voorschot (van september 2023, over 2023): € 780.000.

    Uitgaande van het feit dat we structureel meer ruimte hebben dan waar in het meerjaren beeld rekening mee is gehouden stelt het college voor om € 250.000 structureel toe te voegen.

  • Conform de vastgestelde nota en de Wet- en regelgeving inzake de treasury inrichting van de organisatie is optimalisatie van het rente beleid noodzakelijk. De kasgeldmiddelen en de langlopende leningen (met hogere rente standen) dienen conform eerdere besluiten meer in lijn gebracht te worden. Voor investeringen met directe (grondexploitatie) of indirect (leges en tarieven) dient de financiering hierop meer efficiënt aan te sluiten. Door deze optimalisatie ontstaat ook meer efficiëntie in de bedrijfsvoering. Het college stelt voor om hier structureel € 500.000 een voordeel te realiseren ten opzicht van de huidige meerjarenprognose (vanaf 2027).

Maatregelen waarvan wordt voorgesteld NIET door te voeren in deze fase (mogelijk fase 2; kadernota 2026)

Bedragen x € 1.000 (-/- is nadelig)

Omvang post

Invoeren betaald parkeren

PM

Afschaffen/ afbouwen combinatiefunctionarissen

347

Strategisch adviseur participatie

142

Versobering onderhoud/ beheerplan(nen)

100

Terugbrengen aantal beschut werkplekken

75

Actualisatiebudget omgevingsvisie

64

Afschaffen Rotterdampas

50

Bijdrage bureau Halt

18

Kostendekkendheid leges

PM

Omvang subsidies

PM

Beoordeling personeelsformatie

PM

Extra budget zwerfdieren en ongediertebestrijding

20

Zorg en veiligheidshuis

23

Bijdrage breedtesport

25

Toelichting afweging

Invoeren betaald parkeren

Het college heeft opdracht gegeven het parkeerbeleid te evalueren en met aanbevelingen te geven, waarbij mede rekening wordt gehouden met de volgende afwegingsfactoren:

  • Duurzaamheid: ontmoedigen autogebruik,

  • Faciliteren forenzen Den Haag en Rotterdam: wordt Pijnacker-Nootdorp gebruikt voor forenzen van en naar Den Haag en Rotterdam,

  • (eventueel) Belasten van tweede auto's,

  • Parkeerfaciliteiten bij centra en OV-hubs.

Afschaffen/ afbouwen combinatiefunctionarissen

Het college schat in dat de neveneffecten van het afschaffen/ afbouwen van de combinatiefunctionarissen grote impact heeft. Momenteel wordt een deel van de kosten gedekt vanuit een SPUK (specufieke uitkering). Indien deze inkomsten ontbreken/ wegvallen kan opnieuw een afweging worden gemaakt.

Strategisch adviseur participatie

De gemeente Pijnacker-Nootdorp hecht veel waarde aan participatie. Tegelijkertijd brengt participatie kosten met zich mee. Het college stelt voor participatie onderdeel te maken van projectkosten. Om dit binnen de gemeente te organiseren is wel personele formatie benodigd.

Versobering onderhoud/ beheerplannen

Het college acht het versoberen van het onderhoud en/ of de beheerplannen vooralsnog niet wenselijk. De huidige actualisaties van beheerplannen resulteren in grotere budget-vragen. Op korte termijn is het dus naar verwachting niet haalbaar hier kostenbesparing(en) in te realiseren.

Terugbrengen aantal beschut- werkplekken

Het aantal beschut- werkplekken is opgehoogd. Er kan een keuze worden gemaakt dit aantal plekken weer terug te brengen naar het eerdere niveau. Er is echter sprake van een wachtlijst voor beschut werken, waardoor het niet haalbaar wordt geacht deze plekken af te schalen.

Actualisatiebudget omgevingsvisie

Het college acht het noodzakelijk deze budgetten in stand te houden voor het monitoren en actualiseren van de omgevingsvisie.

Afschaffen Rotterdampas

De gemeente Pijnacker-Nootdorp levert een bijdrage voor het faciliteren in de Rotterdampas. Voor het afschaffen hiervan wil het college eerst uitzoeken wat de neveneffecten zijn en/ of hoe de doelgroep kan worden gefaciliteerd.

Bijdrage bureau Halt

De bijdrage aan bureau Halt is geen wettelijke taak. De verwachting is echter dat wanneer geen bijdrage geleverd wordt aan Halt, en daar dus geen gebruik meer van gemaakt kan worden, de neveneffecten groter zijn en leiden tot hogere lasten voor de gemeente.

Kostendekkendheid leges

Onderzoek naar in hoeverre de leges kostendekkend zijn en/ of meer kostendekkend te maken zijn is op (relatief) korte termijn niet haalbaar. Het is een zorgvuldig proces om de nieuwe toerekeningssystematiek op te stellen omdat het ook gebonden is aan Wet- en regelgeving. Voorgesteld wordt om dit door te schuiven naar tenminste fase 2 (kadernota 2026).

Omvang subsidies

Het beoordelen van de subsidies in zijn geheel vraagt veel zorgvuldigheid. Op (relatief) korte termijn is het niet haalbaar om de subsidie-verstrekkingen te beoordelen en af te wegen in het kader van te realiseren besparingen. In de uitwerking naar de begroting nemen we dit mee in de inventarisatie.

Beoordeling personeelsformatie

Ook de beoordeling van de personeelsformatie vraagt zorgvuldig uitzoekwerk. Er is een interne projectopdracht gegeven om de basis inrichting aan te passen naar de gewenste managementinformatie. De resultaten vanuit dit project worden pas eind 2024 verwacht. Daarnaast wordt gewerkt aan het organisatieontwikkelplan, is er sprake van krapte op de arbeidsmarkt (hetgeen leidt tot hogere kosten van externe inhuur voor hetzelfde werk) en hoge werkdruk.

Extra budget zwerfdieren en ongediertebestrijding, Zorg en veiligheidshuis, Bijdrage breedtesport

Deze onderwerpen zijn gezien omvang en eventuele/ onbekende gevolgen (nog) niet verder verkend.

Naar fase 2 doorverwezen onderwerpen

Naast de hierboven beschreven maatregelen zijn enkele andere onderwerpen aangemerkt om in 'fase 2' in de beoordeling mee te nemen, dit betreft:

  • OZB, de huidige OZB verhoging is een correctie op het verschil tussen de toegepaste indexatie en de werkelijke inflatie. Er is geen verhoging toegepast voor het sluitend verkrijgen van de begroting,

  • Precario, het betreft hier het in kaart brengen van reclame zuilen, lichtmastreclame maar ook het houden van terrassen,

  • 'Niet maaien, maar zaaien',

  • LED-straatverlichting op bepaalde momenten lager zetten,

  • Eventuele inzet van de mogelijkheid om algemene reserve te gebruiken voor dekking van structurele lasten (zie uitwerking hierna).

Inzet van algemene reserve ter dekking van structurele lasten

Vanaf (1 januari) 2024 is het gemeenten toegestaan reserves en overschotten in te zetten ter dekking van structurele lasten. Als voorwaarden hiervoor gelden de volgende regels:

  • Van het vrij besteedbare vermogen (algemene reserves) mag maximaal 10% worden ingezet,

  • De solvabiliteit moet groter zijn én blijven dan 20%,

  • Het weerstandsvermogen moet, naar oordeel van de toezichthouder (de provincie), voldoende zijn.