1.1 De begrotingscyclus
De uitvoeringsagenda bepaalt vier jaar lang de richting voor de begrotingscyclus met elk jaar een kadernota, een programmabegroting, een voorjaarsnota, een najaarsnota en een programmarekening (jaarstukken). Jaarlijks geeft de kadernota het financieel perspectief aan voor het komend begrotingsjaar en de jaren daarna, hetgeen wordt uitgewerkt in de (meerjaren)programmabegroting. In de voorjaarsnota, najaarsnota en de jaarstukken legt het college verantwoording af over het financieel beheer en het beleid dat is gevoerd. In onderstaande figuur is de planning- en controlcyclus weergegeven.

Voorjaarsnota 2024/ Kadernota 2025
De Voorjaarsnota 2024 heeft ten eerste tot doel de lopende Begroting 2024 te actualiseren. Daarnaast wordt, middels de Kadernota 2025, het financieel perspectief geschetst voor het begrotingsjaar 2025 en de jaren daarna. Tot dit jaar was uitsluitend sprake van een Kadernota, die een verwevendheid was tussen actualisatie van het lopende boekjaar (nu: Voorjaarsnota 2024) én een perspectief voor het volgende boekjaar en daarna (nu: Kadernota 2025). De Kadernota 2025 "stelt de kaders voor bij de Begroting 2025".
1.2 Thema "Dorps wonen in de metropoolregio"
De afgelopen jaren bent u wellicht gewend geraakt aan de structuur en opmaak van een Kadernota waarbij de Voorjaarsnota en de Kadernota geïntegreerd waren in één document met één besluit. Vanuit de herijking van de planning & control cyclus is er een noodzaak om deze twee processen meer te beoordelen op waar ze ook daadwerkelijk voor bedoeld zijn. Daardoor ontstaat meer transparantie.
De voorjaarsnota 2024 geeft inzicht in het verloop van de uitvoering van het beleid in de eerste drie maanden van het lopende jaar. Het gaat zowel om de financiële als inhoudelijk stand van zaken. De kadernota 2025 geeft een overzicht van de belangrijkste beleidsthema's en financiële kaders voor de komende jaren.
Het thema Planning en Control in relatie tot het contrast tussen 'Dorps wonen' en een 'Stedelijke omgeving' omvat diverse aspecten van beleidsvorming, budgettering, monitoring en evaluatie in een context waarin de behoeften en doelstellingen van een meer ‘dorpse’ bestuurscultuur naar een meer ’kleinstedelijke' (suburbane) context uiteenlopen. Dit zien we terug in de volgende onderwerpen:
Beleidsvorming en doelstellingen: We identificeren de specifieke doelstellingen en behoeften van zowel dorpsgemeenschappen als meer verstedelijkte gebieden, rekening houdend met verschillen in demografie, economie, cultuur en infrastructuur.
Budgettering en financiële planning: Door de omvangrijke uitbreiding als gevolg van nieuwbouw en verstedelijking is onze inkomenspositie vanuit het gemeentefonds bij de vernieuwde systematiek ook onder druk komen te staan. We maken gebruik van regionale samenwerkingen waarbij vanuit de metropolitane samenwerking het effect van kleinstedelijke inrichting onoverkomelijk is. Dit vraagt om een toekomstbestendige visie waarin ook de beschikbare middelen de basis vormen voor de dienstverlening.
Control, risicobeheer en bijsturing: We identificeren potentiële risico's en uitdagingen die zich kunnen voordoen bij de uitvoering van het beleid in dorps- en kleinstedelijke contexten en ontwikkelen beheersmaatregelen om deze risico's te beperken.
Samenwerking en participatie: Als Pijnacker-Nootdorp zijn we niet uniek in deze situatie. Er zijn diverse gemeenten die al eerder een dergelijke transitie hebben meegemaakt. We zoeken de samenwerking met omliggende gemeenten om synergiën te creëren en gezamenlijke uitdagingen aan te pakken.
Door het thema Planning en Control in relatie tot het thema "Dorps wonen in de metropoolregio" op deze manier uit te werken, kunnen beleidsmakers, college en gemeenteraad een effectieve en evenwichtige benadering ontwikkelen om de behoeften van onze inwoners te adresseren en te vertalen in doelstellingen.
De voorjaarsnota 2024 en de kadernota 2025 zijn belangrijke beleidsdocumenten voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Met name de kadernota 2025 geeft een richting aan voor de komende jaren en vormt daarmee een basis voor de besluitvorming over de gemeentelijke begroting.
De voorjaarsnota 2024
De voorjaarsnota 2024 is een uitwerking van de uitvoeringsagenda 2022-2026 "Bouwen aan de toekomst". De nota bevat een aantal belangrijke beleidsthema's, zoals de energietransitie, de woningbouwopgave en de versterking van de sociale voorzieningen. Deze voorjaarsnota leidt tot bijstelling van budgetten en investeringen en daarmee ook begrotingswijzigingen. Hiermee ontstaat een bijstelling op de primaire begroting 2024. In de voorjaarsnota is het accent gelegd op vrijwel uitsluitend de afwijkingen in het beleid en de mogelijke financiële effecten hiervan.
De kadernota 2025
De kadernota 2025 geeft een overzicht van de financiële kaders voor de komende jaren. De nota bevat onder meer de kaders die noodzakelijk zijn voor het opstellen van de begroting 2025. Dat er voor 2025, en de jaren daarna, meer aandacht ontstaat voor de te nemen beleidskeuzes is ook noodzakelijk in verband met de toenemende zorg hoe de uitvoering van het raadsakkoord ook financieel toekomstbestendig te kunnen maken. De gemeenteraad en het college zijn meegenomen in een stappenplan, om afhankelijk van de ontwikkelingen, voor 2027 en verder te streven naar een sluitende meerjarige begroting. Dat is gelet op ontwikkelingen vanuit het Rijk een majeure opgave.
Toekomstbestendige gemeentefinanciën
Het begrotingsproces 2025 loopt anders dan voorgaande jaren. Dit heeft te maken met de toenemende onzekerheid over onze toekomstbestendige gemeentefinanciën. Vanaf 2026 worden we geconfronteerd, bij ongewijzigd beleid, met niet sluitende begrotingssaldi. De raad is op 18 april hierover geïnformeerd door het college voor het pakket met maatregelen sluitend op €2.046.000. In de kadernota is dit geduid op fase 1a en fase 1b van de voorgestelde maatregelen. De opgave was € 2.800.000. Het college heeft, conform de presentatie van 18 april 2024 nog een aanvullend besluit genomen over de resterende € 754.000. Deze zijn in de kadernota geduid als fase 1c. In de kadernota zijn meer ontwikkelingen opgenomen dan in fase 1 van het proces toekomstbestendige gemeentefinanciën en levert nog een nadeel op van € 155.000.
Onderstaand treft u een overzicht aan van de verwachte resultaatontwikkeling voor de meerjarenbegroting 2025 en verder:
Exploitatie x € 1.000 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|
Begroting '24 | 1.954 | 3.642 | -3.225 | -5.508 | -5.454 |
Effect september circulaire | 1.044 | 864 | 559 | 2.188 | 2.188 |
Saldo najaarsnota | 2.998 | 4.506 | -2.666 | -3.320 | -3.266 |
Mutaties VJN/ KN | -1.173 | -1.546 | -1.112 | -900 | -777 |
Saldo VJN/ KN | 1.824 | 2.960 | -3.778 | -4.219 | -4.043 |
Claims | -445 | 0 | -1.042 | -1.042 | -1.042 |
Set met maatregelen fase 1a | 0 | 1.140 | 1.227 | 1.631 | 1.631 |
Set met maatregelen fase 1b | 0 | 0 | 730 | 730 | 730 |
Saldo na fase 1b | 1.379 | 4.100 | -2.862 | -2.900 | -2.724 |
Set met maatregelen fase 1c | 0 | 250 | 250 | 750 | 750 |
Saldo | 1.379 | 4.350 | -2.612 | -2.150 | -1.974 |
Beeld 18/04 (na fase 1b) | -2.745 | ||||
Verschil | -155 |
Verschillen met het beeld (zijn) onstaan door enkele ontwikkelingen die in de verwerking bij de kadernota zijn verwerkt. Dit kunnen positieve en negatieve effecten zijn.
Financiële huishouding
De ambities van het college worden, met de huidige maatregelen, nog niet geremd door de onzekere perspectieven die het Rijk biedt. Tegelijkertijd komen diverse ontwikkelingen op de gemeente af. Dit vraagt om het maken van soms ingewikkelde keuzes. Om te anticiperen op de toekomst wordt in navolging van de hierna genoemde bestemmingsreserve voor egalisatie van het begrotingssaldo onderzocht hoe de gemeente de financiën toekomstbestendig kan organiseren.
Bestemmingsreseve Egalisatie begrotingssaldo 2026 en 2027
Ter dekking van het begrotingstekort in de jaren 2026 en 2027 en te zorgen dat beleid kan worden gecontinueerd is in 2023 voor beide jaren het destijds bekende saldo van het begrotingstekort toegevoegd aan de bestemmingsreserve Egalisatie begrotingssaldo 2026 en 2027. Het totaalbedrag van € 8.732.000 is onttrokken aan de algemene reserve.
Eneco stelpost
Uit het investeringsplan 2020-2025 is (afgerond) € 1,7 miljoen structurele begrotingsruimte ontstaan. Dit bedrag is gelabeld als stelpost ‘Eneco-gelden’. Deze middelen zijn zoals onderstaande tabel ingezet. Binnen de stelpost Eneco-gelden resteert een saldo van € 537.000. Dit saldo is (voorlopig) gealloceerd voor exploitatiekosten van het SCC Pijnacker. Verdere uitwerking hiervan is terug te vinden in het hoofdstuk "Toekomstbestendige gemeentefinanciën".
Bedragen x € 1.000 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|
Beschikbare stelpost Enecogelden | 1.714 | 1.674 | 1.674 | 1.674 | 1.674 |
inzet: | |||||
Uitwerking participatiebeleid | -250 | -250 | -250 | -250 | -250 |
Handhavingsuitvoeringsplan BOA 2023 | -498 | -498 | -498 | -498 | -498 |
Verbreden sport- en cultuurfonds | -42 | -67 | -67 | -67 | -67 |
Intensivering toezicht en handhaving project emissieloze kas | -50 | -50 | -50 | -50 | -50 |
Verduurzaming slecht geïsoleerde woningen | -500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Integraal veiligheidsplan | -190 | -190 | -190 | -190 | -190 |
Ondersteuning Kinderburgemeester | -22 | -22 | -22 | -22 | -22 |
Inrichting groengebied Oude Polder | -96 | 0 | 0 | 0 | 0 |
doorstroommakelaar | -60 | -60 | -60 | -60 | -60 |
alloceren SCC | 0 | 0 | -537 | -537 | -537 |
Restant stelpost | 6 | 537 | 0 | 0 | 0 |
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 geeft een weergave van de voortgang van de lopende begroting, over 2024. De genomen collegebesluiten en enkele autonome ontwikkelingen zijn financieel verwerkt. In het onderdeel "Voortgang per programma" wordt per programma de voortgang van de onderwerpen uit de begroting toegelicht.
Hoofdstuk 3 geeft het financieel kader voor bij de begroting 2025. Dit hoofdstuk, gecombineerd met hoofdstuk 4 (kadernota), hoofdstuk 5 (ontwikkeling vermogenspositie) en hoofdstuk 6 (toekomstbestendige gemeentefinanciën) bepalen het financieel kader welke verder wordt uitgewerkt bij de begroting 2025. In hoofdstuk 4 is, evenals de "Voortgang per programma" bij de voorjaarsnota, met het onderdeel "nieuw en gewijzigd beleid" een extra afwegingskader aan dit boekwerk toegevoegd. Hoofdstuk 5 geeft een weergave van de effecten op het vermogen van de verwerkte ontwikkelingen/ mutaties (dus exclusief hoofdstuk 6, toekomstbestendige gemeentefinanciën).
Gevraagd besluit
Het college stelt de raad voor:
De Voorjaarsnota 2024, inclusief de verwerkte budgetmutaties en actualisatie van de investeringsplanning, vast te stellen, inclusief de mutatie uit het traject Toekomstbestendige gemeentefinanciën inzake de Hofweg.
De Kadernota 2025 vast te stellen en het college daarmee de volgende opdrachten te geven te verwerken in de concept-programmabegroting 2025-2028:
De meerjaren investeringsplanning/-begroting te herzien en te actualiseren en ter besluitvorming voor te leggen in de Najaarsnota 2024 en/of Begroting 2025;
De investeringen voor:
Indexering normering onderwijshuisvesting,
Beheerplan sportvelden,
'Woonrijpmaken' Jan Janssen sporthal,
Warmtepomp bestuurscentrum,
IKC Pijnacker Noord;
Een incidenteel budget voor het jaar 2025 ter hoogte van € 40.000 voor het Omgevingsprogramma Vitale glastuinbouw;
De budgetten uit het vastgestelde beheerplan Sportvelden, zijnde:
€ 157.000 structureel ten laste van de exploitatie te brengen (aan de begroting toe te voegen), ten behoeve van dagelijks onderhoud en (aanvullende) jaarlijkse dotatie aan de voorziening groot onderhoud sportvelden,
Oplopende afschrijvingslasten tot € 88.000 per jaar in 2027, te verwerken in de (meerjarige) investeringsbegroting,
De voorziening groot onderhoud aan te vullen met € 150.000 vanuit de algemene reserve,
€ 235.000 toe te voegen aan de bestemmingsreserve voor 'afschrijvingslasten onderbouw kunstgrasvelden' vanuit de algemene reserve;
Een extra structurele renteopbrengst van € 11.000 als gevolg van de aan CulturA & Zo verstrekte geldlening;
Het budget van de gasprijzen structureel te verhogen met € 40.000;
De huuropbrengsten ter hoogte van € 30.000 voor de Meikoninginnelaan te laten vervallen vanwege de sloop van het pand;
De additionele structurele lasten voor de Welzijnslocatie voor de SWOP in Nootdorp (voor € 91.000 tot en met 2026, en € 114.000 vanaf 2027);
Een structureel hogere bijdrage aan VVE van € 50.000 ten gevolge van de toegenomen energiekosten;
De huuropbrengsten structureel te verlagen met € 40.000 als gevolg van actualisatie;
De aanvullende subsidie voor Cultura & Zo voor 2025 ter hoogte van € 152.572;
Een afweging voor te leggen over de structureel aanvullende subsidie, ter hoogte van € 152.572, vanaf 2026 voor Cultura & Zo;
De structurele meerkosten voor de verhoging van de pgb-tarieven voor niet professionele ondersteuning, ten gevolge van de verordening maatschappelijke ondersteuning, ter hoogte van € 34.000;
Het budget voor het beheerplan Baggeren structureel te verhogen met € 68.500 vanaf 2025 voor kosten die niet aan de rioolheffing worden toegerekend;
Het budget van de griffie structureel te verhogen met € 33.624;
De structurele meerkosten ten gevolge van de Regionale kaderbrief verbonden partijen, van € 70.000 vanaf 2025;
De structurele verhoging van vergoedingen voor raadsleden, ter hoogte van € 39.000 als gevolg van aangepaste landelijke regelgeving;
De meerjarige effecten van de actualisatie van de algemene uitkering voor resp. € 39.000 voor 2025, € 148.000 voor 2026 en € 87.000 voor 2027;
Aan de begroting van het Sociaal Domein voor 2025 € 2,456 miljoen en vanaf 2026 structureel € 2,38 miljoen toe te voegen als gevolg van oplopende kosten;
De reeds uitgewerkte maatregelen ten behoeve van toekomstbestendige gemeentefinanciën, bestaande uit vrijval stelpost prijsindexatie 2022, bijstellen financiële baten en structurele onderuitputting van de begroting, voor resp. € 1,858 miljoen in 2025, € 2,315 miljoen in 2026, € 2,543 miljoen in 2027 en € 2,58 miljoen in 2028.
Bij het opstellen van de concept-Programmabegroting 2025-2028 in het financieel meerjarenperspectief, onder voorbehoud van positief separate besluitvorming door college en/of gemeenteraad, rekening te houden met de volgende financiële gevolgen:
Een investering van (maximaal) € 7 miljoen, met een jaarlijkse kapitaallast van ca. € 320.000,- per jaar vanaf 2026, ten behoeve van Katwijkerlaan;
Een investering van (circa) € 1,4 miljoen, met een jaarlijkse kapitaallast van ca. € 42.000,- per jaar vanaf 2026, ten behoeve van Kerkweg/ Veenweg;
De effecten van het nieuwe Sociaal Cultureel Centrum Pijnacker, zijnde (circa):
€ 526.000 structurele last toe te voegen ten laste van het exploitatieresultaat (vanaf 2026),
€ 537.000 structurele last ten laste van de Eneco-stelpost te brengen,
€ 12,840 mio toe te voegen aan een nieuw te vormen bestemmingsreserve,
De restwaarde van het huidige ("Rabobank"-)gebouw ten laste van de algemene reserve te brengen (maximaal € 2,95 mio);
Het NIET herinvoeren van de Hondenbelasting, met als gevolg een structurele last van € 154.000 per jaar, vanaf 2026;
Een herijking van het provinciaal subsidiebeleid (subsidie voor beheer van het recreatiegebied bij de Dobbeplas en Hondenbos), met als gevolg een subsidie-opbrengstdaling van € 75.000 per jaar, vanaf 2025.
In het kader van toekomstbestendige gemeentefinanciën de volgende maatregelen te effectueren in de concept-Programmabegroting 2025-2028:
De bestedingsruimte structureel terug te brengen ter hoogte van:
€ 75.000 in het budget voor Handhaving en IVP, te verwerken vanaf 2025,
€ 103.000 decentraal begrote kosten voor ICT, te verwerken vanaf 2025,
€ 130.000 ruimte in de (formatieve) begroting voor implementatie omgevingswet, te verwerken vanaf 2025,
€ 70.000 ruimte binnen de in de cultuurnota opgenomen begroting, te verwerken vanaf 2027,
€ 38.000 ruimte binnen de in Lokaal Educatieve Agenda (LEA) opgenomen begroting, te verwerken vanaf 2027;
Enkele niet-wettelijke subsidies, voor in totaal € 71.000, af te bouwen naar en te beëindigen per 2027;
Een taakstellende besparing van € 50.000 vanaf 2027 op te leggen aan het leerlingenvervoer;
Het budget voor maaien/begrazen structureel vanaf 2026 te verminderen met € 37.500 door gericht opdrachten te verstrekken;
Het budget van € 60.000,- voor participatiebeleid structureel, vanaf 2025, uit de begroting te halen, dit op projectbasis (incidenteel) te budgetteren en in de P&C-cyclus ter besluitvorming voor te leggen;
De structurele parkeerlasten met € 200.000 te verlagen vanaf 2027, middels herziening van parkeermaatregelen in de centra.
Structurele voorbereidingsbudgetten van € 96.000 voor transformatiegebieden vanaf 2025 uit de begroting te halen, en eventueel incidenteel te begroten/ budgetteren via de grondexploitaties;
Het budget voor Citymarketing structureel vanaf 2025 te verminderen met € 43.000 door gericht/ specifiek inzetten van de middelen;
De bijdrage voor regionaal groen structureel vanaf 2026 te verminderen met € 25.000;
In het kader van toekomstbestendige gemeentefinanciën de volgende maatregelen verder uit te werken en daarover bij de concept-Programmabegroting 2025-2028 een voorstel ter afweging aan de gemeenteraad voor te leggen:
De OZB, welke de afgelopen drie jaar voor in totaal 6% minder is geïndexeerd dan de 'kostendekkende indexatie', vanaf 2025 te corrigeren voor deze 6%. Naar verwachting met een financieel effect van structureel ca. € 708.000;
Uit te zoeken wat de effecten zijn van het belasten van kosten voor ondernemers naar de OZB niet-woningen vanaf 2025, vooralsnog geraamd op een structurele extra inkomst van € 310.000;
Na te gaan welke (extra) kosten toe te rekenen zijn aan de riool- en afvalstoffenheffing, vooralsnog geraamd op een structurele extra inkomst van € 320.000;
Na te gaan wat de effecten zijn van het heffen van leges voor de kosten die gemaakt worden voor het 'Gehandicaptenparkeren', vooralsnog geraamd op een structurele extra inkomst van € 100.000;
Het ophogen van het begrote bedrag met betrekking tot "ruimte onder het BCF-plafond" met € 250.000;
Een optimalisatie in het treasurybeleid en de bedrijfsvoering te verkennen, vooralsnog geraamd op een structurele reductie van € 500.000 vanaf 2027.
De mutaties in de algemene reserve, bestemmingsreserves en voorzieningen vast te stellen zoals opgesomd in het onderdeel 'Ontwikkeling vermogenspositie'.
De bestemmingsreserve 'huisvesting statushouders' te wijzigen in 'Bestemmingsreserve vluchtelingen en asielopvang'.
De bij de 'toekomstbestendige gemeentefinanciën' genoemde 'claims' op het vermogen te alloceren en mee te wegen in de besluitvorming en de effecten verder uit te werken bij de begroting 2025, dit betreft (naast de bij besluit 3d benoemde effecten van het Sociaal Cultureel Centrum Pijnacker):
€ 2,05 miljoen en € 2,8 miljoen ten behoeve van huisvesting en aanbestedingsrisico's scholen/ kindcentra,
Een "worst case scenario" van € 5 miljoen ten gevolge van een negatief resultaat op de grondexploitatie van het Oranjepark,
€ 275.000 ten behoeve van ontwikkelen gebiedsvisie Dwarskade.